Koninginnebank

koninginnebank

In vroegere tijden was het veelal de gewoonte dat het kerkbestuur van de Lage-Vuursche landgoedeigenaren een eigen kerkbank ter beschikking stelde. Uiteraard verwachtte het kerkbestuur dat hier een behoorlijke beloning tegenover stond. Ook de eigenaren van Landgoed Ewijckshoeve maakten gebruik van dit aanbod en hadden een eigen kerkbank tot hun beschikking.

Deze, nu nog steeds bestaande, buitenplaats lag op de kerkelijke grens van Lage-Vuursche met Den Dolder. Het huis viel evenwel onder de kerkelijke gemeente van Lage-Vuursche. De eigenaresse, mevrouw Walraven Fisler, geboren Van der Hulst overlijdt en wordt op 31 maart 1871 begraven (graf no.3). Zij is dan achtereenvolgens getrouwd geweest met Van Toorneburg, Gildemeester, en Walraven Fisler, die allemaal reeds overleden zijn. Haar tweede echtgenoot, Daniël Jacobes Gildemeester, had in zijn testament aangegeven dat hij in Lage-Vuursche begraven wilde worden. Om onbekende reden is hij echter in de plaats waar hij overleden is begraven, namelijk de Duitse stad Cleef. Geen van de echtgenoten van mevrouw Walraven Fisler zijn in Lage-Vuursche begraven.

Van haar eerste echtgenoot heeft mevrouw Walraven Fisler een dochter, bij haar andere echtgenoten heeft ze geen kinderen gekregen. Deze dochter uit haar eerste huwelijk is getrouwd met jonkheer Van Steijn, intendant van het Loo. De dochter en schoonzoon zijn voor 1871 al overleden. De zeven kleinkinderen Van Steijn erven gezamenlijk de Ewijckshoeve. Ze zijn op dat moment nog betrekkelijk jong en hebben geen belangstelling voor het erfgoed, daarom wordt het openbaar verkocht.

De hoogste bieder is Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden. Hij heeft van zijn vader, Koning Willem II, Soestdijk al geërfd en daarvan grote delen verkocht in verband met de aanleg van de spoorlijn Amsterdam – Amersfoort. Wellicht was de aankoop van de Ewijckshoeve een soort herinvestering. Hij stond bekend als Prins Hendrik de Zeevaarder, omdat hij veel scheepsreizen maakte. Hij is onder anderen Schout bij Nacht en Vice Admiraal geweest. Op de aankoopdatum van de Ewijcks Hoeve was hij al door zijn broer, Koning Willem III, aangesteld als Stadhouder van Luxemburg.

De kerkvoogden besluiten de kerkbank terug te nemen van de familie van Steijn en bieden hem na een grondige opknapbeurt (die overigens uit vrijwillige bijdrage betaald wordt) aan aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden. Hij aanvaardt het aanbod en betaalt 300 gulden per jaar voor het gebruik ervan. Het is de vraag of hij er veel gebruik van heeft gemaakt. Zijn derde huwelijk is op 24 Augustus 1878. Hij trouwt dan met Prinses Maria Elisabeth Louise Frederika van Pruisen. Op 13 januari 1879 overlijdt Prins Hendrik echter plotseling in Luxemburg. De kerk voelt er op dat moment niets voor om de overeenkomst te ontbinden en derhalve blijft de kerkbank in gebruik van de koninklijke familie.

Later gaan Koningin Emma en nog later haar dochter Wilhelmina de bank gebruiken. De betaling van 300 gulden per jaar blijft gehandhaafd, alhoewel Koningin Emma wel enkele malen invloed probeert uit te oefenen op het beroepingswerk. De toenmalige bank stond aan de noordzijde van de kerk. Er was een speciale deur gemaakt, zodat de gasten niet de gehele kerk door hoefden te lopen. Aan de kant van het kerkhof kun je nog zien dat de deur bij de restauratie van 1938 weer dichtgemetseld is. Helaas heb ik nergens een foto van de bank in die tijd kunnen vinden. Wat we wel weten is dat het wapen toen al aanwezig was. Vuurschenaren van een wat hogere leeftijd kunnen de bank zich nog wel herinneren als een bank met een monumentale uitstraling en met groene velours gordijnen en een aparte bank voor het personeel. Hij stond wat schuin in de hoek en was wat hoger geplaatst. Via een opstapje kon je in de bank plaatsnemen.

De kerkbank is in de volksmond dan al omgedoopt tot koninginnebank.

Bij de restauratie van 1938 is hij geheel gesloopt en in hernieuwde vorm aan de zuidzijde weer opgebouwd. Ook de buiten deur verhuisde mee H. M. Koningin Wilhelmina schijnt daar geen gebruik van gemaakt te hebben, zij kwam liever gewoon door de kerk. Een enkele keer is de kerkbank na 1945 nog gebruikt door Koningin Wilhelmina. Na haar vertrek naar Het Loo is hij echter niet meer in gebruik genomen. Toen Prinses Beatrix naar Den Haag vertrok, heeft het Koningshuis aangegeven de overeenkomst de willen beëindigen. Het bedrag was intussen wel aangepast. Bij de beëindiging van de regeling heeft de kerk een donatie ontvangen.

De naam is dus nog steeds koninginnebank, maar komt inmiddels niet meer overeen met de werkelijkheid.

Bronnen:
Notulen Kerkvoogdij
Van Stulp tot Kerk